Toon alles

Componisten en composities

ADVENTSTIJD………………………..MIDWINTERTIJD

Zodra we begin december ’s avonds het melancholieke geluid van de midwinterhoorn weer over de velden horen klinken, komt meer dan bij de schitterendste kerstetalages het diepe verlangen naar Kerstmis bij ons boven.

De langgerekte tonen op de hoorn – het klagend roepen en verlangen naar de komst van het Licht, dat ons allen verlicht, ook wel adventsroep genoemd – roepen bij velen gevoelens op als bij het zingen van ‘Rorate Caeli’. Als je er aandachtig naar luistert, doet het je wat. Zeker geldt dit voor ons gelovige mensen, ook al zijn we vaak sober met woorden als we over ons geloof en onze verhouding tot God spreken. Dit ‘bidden op de hoorn’, zoals in Twente het midwinterhoornblazen ook wel wordt genoemd’, kondigt de geboorte van onze Heiland met Kerstmis aan.

Van oorsprong was het bij de Kelten en Germanen een heidens gebruik, nl. het verjagen van de angst voor boze machten – vijanden van zon, licht en warmte, van leven en vruchtbaarheid – in de donkere dagen voor de zonnewende. In hun angst en het verlangen naar betere tijden- de geboorte van het nieuwe licht en de herleving van de natuur- bliezen onze voorouders op de hoorn.

In later eeuwen is dit midwinterhoornblazen – evenals de paasvuren e.d. – gekerstend tot een volksreligieus christelijk gebruik: de aankondiging van het komend heil, de geboorte van het Christuskind met Kerstmis.

Volgens een ongeschreven wet wordt er alleen op de midwinterhoorn geblazen vanaf de eerste zondag van de Advent tot en met het feest van Driekoningen (6 januari). Na Driekoningen “zou men Herodes de weg wijzen naar het Kind”, zo werd ons vroeger geleerd.

***************************************

De midwinterhoorn is een zeer eenvoudig instrument met een lengte van ca. 150 cm en meestal door de blazers zelf gemaakt van wilgen – , elzen – of berkenhout. De licht gebogen stam wordt overlangs gehalveerd, uitgehold en weer vast gehecht. Vroeger, en soms nu nog, werd er een rieten bies tussen de beide helften gelegd. De z.g. natte hoorn trekt zich in water dicht. Tegenwoordig zijn de meeste hoorns gewoon gelijmd en dienen de hechtbanden enkel als versiering. Het mondstuk, ofwel ‘happe’, wordt veelal gemaakt van vlierloten. De wand van ca. 1 cm dikte wordt van binnen niet gepolijst – dit voor het behoud van de natuurlijke en karakteristieke klank – maar wel zo glad mogelijk gemaakt. Menig blazer dompelt, bij licht vriezend weer, zijn hoorn vooraf in water. Als dit aan de binnenkant bevriest, blaast men gemakkelijker en verkrijgt men een diepere klank.

Het geluid van de midwinterhoorn klinkt het mooist en draagt het verst bij heldere vrieslucht in de avond. In veel plaatsten in Twente en De Achterhoek kennen we groepen enthousiaste blazers, die beurtelings op afgesproken tijden en plaatsen de adventsroep over de velden laten klinken, waarna, soms kilometers verderop, andere blazers de roep overnemen, herhalen of op hun manier beantwoorden. Velen herkennen elkaars melodie of roep.

Elke hoorn is handwerk en anders ‘gestemd’. Wij mogen blij zijn dat onze midwinterhoornblazers dit zinrijk christelijk gebruik als levende traditie in ere houden.

“Wat goods mag brengen vuur ôôns de ni’je tied,

hoolt aait in ere, raakt ’t oold gebroek nich kwiet..

Slotregel uit Twents volkslied. (Geesteren, geboortedorp Gerard)

Wij wensen u een vreugdevol kerstfeest toe en alle goeds voor 2016!

Gerard en Riet Kamphuis