Mijn eerste koorervaring deed ik al jong op: het doopkoortje van de Sacramentskerk in Tilburg. Er werd veel gedoopt in die tijd, dus regelmatig mochten we aantreden.
We zijn zelfs een keer op TV geweest. Toen nog zwart-wit televisie. Mijn vader zat met zijn fotocamera voor de televisie om een foto te maken van het moment dat ik in beeld kwam. Fantastisch! Zo’n trotse vader! Ik ontdekte dat ik het ook heel leuk vind om met een koor te zingen.
Ik maakte een grote stap naar het Tilburgs Byzantijns Koor. In die tijd het enige gemengde Byzantijnse koor in Nederland. Ik heb genoten van mijn jaren bij dit koor.
Twee keer per maand verzorgden we een volledig gezongen liturgie, dus er moest ook goed gerepeteerd worden. En met Pasen begonnen we om 10 uur ’s avonds met een paasviering die gevolgd werd door een gewone liturgie. Om twee uur ’s nachts zaten we dan uiteindelijk aan het paasbrood. Een geweldige belevenis, elk jaar weer.
Ook heb ik een keer mogen meemaken dat we in een studio een Cd gingen opnemen. Deze en ook de latere gemaakte Cd’s mag ik nog graag luisteren: elk jaar met Kerstmis sowieso de kerst-cd en met Pasen de paas-cd.
Mijn hobby’s in die tijd waren verder piano spelen en paardrijden. Naast mijn studie aan de lerarenopleiding genoeg ontspanning dus. Nadat ik mijn diploma in ontvangst mocht nemen en me voortaan docent Engels en Nederlands mocht noemen, ging ik solliciteren. Dat viel niet mee. Uiteindelijk kreeg ik een baan aangeboden aan de LTS in Doetinchem. Dat betekende dus verhuizen van Brabant naar de Achterhoek. Pianoles en paardrijden en natuurlijk het koor opgeven. En het Tilburgse dialect dat ik in die tijd redelijk beheerste, kon ik hier ook niet echt gebruiken. Sterker nog, ik werd door mijn leerlingen uitgelachen om mijn zachte G en als ik probeerde Achterhoeks te praten werd dat met hilariteit ontvangen.
Ik had nog kunnen terugkeren naar Brabant, maar had niet op Cupido gerekend. Die ene collega, die later mijn man werd, hield mij hier. Het leven in de Achterhoek bevalt
me ook prima, eerst zeventien jaar in Terborg en nu alweer heel lang in Doetinchem. Alleen heb ik het Achterhoeks dialect nooit helemaal onder de knie gekregen.
Er kwamen twee dochters en die baan aan de LTS hing ik aan de wilgen. Ik vond het heerlijk om thuis te zijn met onze meiden. De zorg voor deze twee kon ik afwisselen
met bijles en privéles. Na twaalf jaar ging het onderwijsbloed toch weer kriebelen en intussen werk ik alweer twintig jaar met veel plezier aan het Ludger College.
Die piano is er hier uiteindelijk ook gekomen en ook paardrijden, in Gendringen, pakte ik met veel plezier weer op. Maar dat koor. Een kerkkoor of een popkoor was
niet het genre dat ik zocht. Ik kon geen koor vinden waar ik met evenveel plezier zou kunnen zingen. Tot een aantal jaar geleden. Samen met Dorien kon ik een repetitie
bijwonen van het UGK. Wat een warm bad. Wat voelden we ons welkom. We hoorden een grote variatie aan liederen en toen aan het eind van de repetitie werd uitgezongen met de Russische Mariahymne was ik helemaal verkocht. Ik hoop nog vele jaren samen met jullie mooie muziek te mogen maken.
Anneke Hettema
Ik geef de pen door aan Toon Roes